Eén van de belangrijkste nieuwe spelregels is buitenspel. En dat het nog flink wennen is aan buitenspel was tijdens de wedstrijd te zien. De spelers stonden regelmatig buitenspel (trouwens niet alleen de O11 spelers). En dan staat er ook ineens iemand met een vlag langs de lijn. De assistent-scheidsrechter, ook wel grensrechter, helpt de scheidsrechter bij buitenspel, de uitbal, doeltrap of hoekschop.

Een andere nieuwe spelregel is dat de keeper de terugspeelbal niet mag pakken. Doet de keeper dat wel dan wordt een indirecte vrije trap gegeven. Ook dat is nieuw, want indirecte vrije trappen worden bij de O11 en jonger vrijwel niet gegeven. Bij een indirecte vrije trap kan niet rechtstreeks gescoord worden. De bal moet nadat de indirecte vrije trap is genomen eerst door een andere speler worden aangeraakt. Dat mag ook een tegenstander zijn. Een indirecte vrije trap wordt ook gegeven bij bijvoorbeeld buitenspel, of gevaarlijk spel waarbij de tegenstander niet wordt geraakt. Je weet dat het een indirecte vrije trap is als de scheidsrechter met zijn arm recht omhoog staat.

De doeltrap en vrije trappen binnen het strafschopgebied worden genomen vanaf de rand van het strafschopgebied (16 meter lijn). En de hoekschop mag 9.15 meter vanaf de hoekvlag worden genomen. Dit omdat de jonge spelers nog niet zo ver kunnen trappen.

Al met al genoeg om aan te wennen. En wat de uitslag was? Ach, daar ging het nu niet om.